Menu Sluiten

Historie Martinikerk Doesburg

De Grote of Martinikerk te Doesburg  

De bouw van de Martinikerk als Romaanse kerk dateert van 1232 tot 1235. Delen van de fundering zijn bij opgravingen teruggevonden. De toren daarvan bevindt zich bevindt zich onder de huidige toren. De (gereconstrueerde) plattegrond van deze kerk is in de huidige kerkvloer met een afwijkende steensoort (Namense steen) aan gegeven.
De voorganger van deze kerk stond  bij de Saltpoort, nabij de rivier. De Romaanse kerk werd dieper stadwaarts gebouwd in verband met de aanleg  van stedelijke verdedigingswerken.
 
Het nieuwe schip met zijbeuken en de aanzet van de grote toren kwamen tussen 1380 en 1450 gereed. Het schip van de kerk is waarschijnlijk grotendeels tussen 1430 en 1450 gebouwd, mogelijk onder leiding van de grote Neder-Rijnse bouwmeester Gisbert Schairt. In 1483 richtte een brand grote schade aan. Hierna werd de kerk in de oude vorm weer opgetrokken. In 1487 werden toren en kerk door blikseminslag totaal verwoest. In 1532 werd de kerk als een laatgotische basiliek, opgebouwd in Nederrijnse trant. Een basiliek is een kerk, waarvan het middenschip met vensters boven de zijbeuken uitsteekt.

Aan het formaat en de rijke afwerking is te zien dat Doesburg destijds een belangrijke Hanzestad was. De vorm is een basiliek in zogeheten Nederrijnse gotische stijl, zonder dwarsschip. De zijbeuken lopen door langs de toren en tot langs het koor. Oorspronkelijk bezat waarschijnlijk het hele schip stenen gewelven, nu resten alleen nog in de zijbeuken netgewelven. In 1547 zorgde blikseminslag voor veel brandschade, enkele traveeën van het schip verloren toen hun gewelven. In 1552 kwam er nog een gewelf naar beneden, zoals nog te lezen valt op een pilaar. Sinds 1888 heeft het schip houten gewelven. In 1586 is Doesburg overgegaan tot de Reformatie en sindsdien wordt de kerk ook vaak Grote of Hervormde Kerk genoemd. De toren werd in 1672 in brand geschoten door de Fransen. In 1717 was het weer de bliksem die brand veroorzaakte. In 1783 was deze kerk de eerste in de Nederlanden die voorzien werd van een bliksemafleider.
Op 15 april 1945 bliezen de terugtrekkende Duitsers de toren op. Het westelijke deel van de kerk werd geheel verwoest en de rest zwaar beschadigd. Van het zeventiende eeuwse kerkmeubilair ging veel verloren. In 1965 was de toren weer hersteld tot de oude hoogte van 94 meter, waardoor deze thans de hoogste kerktoren van Gelderland is en de op zeven na hoogste van Nederland. Bij de restauratie is één van de gietijzeren ramen in het koor verwerkt in de herbouw. Dit als hommage aan de gieterij-industrie in Doesburg en langs de Oude IJssel. In geen enkele andere kerk in ons land komt een gietijzeren raam voor van zo’n grote afmeting. Na de jarenlange restauratie werd de kerk op 31 augustus 1972, in aanwezigheid van H.K.H. Prinses Beatrix, weer in gebruik genomen.
Ondanks de ramp is er nog veel waardevols te zien: de kansel, de avondmaalstafel, de pilaarstoel en de kronen in het schip stammen uit de zeventiende eeuw. Resten van de dooptuin zijn gebruikt als koorhek en de resten van het kerkmeubilair doen nu dienst als lambrisering. De muurschildering van de Heilige Agnes, in de zijbeuk, dateert vermoedelijk uit het einde van de vijftiende eeuw. Bijzonder zijn de pilaarschilderingen, daterend uit ong. 1600 en in 1985 gerestaureerd (gereconstrueerd of opnieuw aangebracht). Heel bijzonder is ook het houten gewelf.

Een verrassende bodemvondst in 2000.
Bij graafwerkzaamheden in de kelder van zijn huis in de Roggestraat 25 trof de bewoner drie grote marmerstukken aan. Hij ontdekte dat het ging om fragmenten van stenen beelden. Na expertise bleek dat de beelden behoorden tot een grote Annunciatiegroep van rond 1450. De halve tors is de engel Gabriël, de vrouwenfiguur Maria. Vermoedelijk waren het beelden uit de nabijgelegen Sint-Maartenskerk. De beelden zijn door de eigenaar, de heer Fortuin, in bruikleen afgestaan en opgenomen voor de vaste expositie in de kerk. 

Permanente tentoonstelling
Sinds de zomer van 2017 wordt de geschiedenis van de Grote of Martinikerk weergegeven in woord en beeld middels een permanente tentoonstelling.
 De orgels 
In 1494 moet er al een orgel zijn geweest. In de eeuwen er na is het orgel meerdere malen vernieuwd (uitgebreid of herbouwd) o.m. in 1558, 1605 en 1698. Bij het opblazen van de toren op 15 april 1945 is het Van Gelder-orgel uit 1829 verloren gegaan. Tijdens de restauratie werd tussentijds een Flentrop-orgel gekocht, dat nu dienst doet als koororgel. Het huidige grote orgel in de Grote of Martinikerk is een uit 1916 daterend Walcker-orgel. Oorspronkelijk was dit instrument gebouwd voor de Gereformeerde Nieuwe Zuiderkerk in Rotterdam. Het elektro-pneumatische orgel is met zijn 5415 pijpen één van de vijf grootste orgels van Nederland. Er is nog een derde orgel, een zogeheten kabinetorgel. Het is een 200 jaar oud Freytag-kabinetorgel, dat in 2003 in bruikleen is verkregen. Later hebben de erfgenamen van mevr. Vermeulen het Freytagorgel aan de kerkelijke gemeente van de Martinikerk geschonken. Dit orgel staat ook in het koor. Het Walcker-orgel
Het Flentrop-orgelHet Freytag-orgel
Naar boven
 De toren 
De toren is ca. 94 m hoog.
Gedurende de eeuwen zijn kerk en toren vele malen door blikseminslag, brand, instorting en oorlogsgeweld zwaar beschadigd geworden. Steeds weer werden ze “door de godvruchtige miltheit der burgeren” of “door eene lotterij” in oude luister hersteld. Ook na  de verwoestingen in 1945 hebben particulieren aan het herstel meebetaald.
De zwaarste ramp trof de kerk op 15 april 1945, toen de zich terugtrekkende Duitse bezetting de toren opbliezen, evenals de molen en de watertoren. De kerktoren viel op het schip van de kerk en het hele gebouw werd een ruïne. Naar boven 
 Het carillon
De toren had al luidklokken uit 1549 en 1639, toen de Grote Kerk omstreeks 1655 een carillon kreeg. Het destijds door klokkengieter François Hemony in Zutphen gemaakte carillon bestond uit 20 klokken. De klokken hingen in een speciale uitbouw op de omloop van de toren aan de noord-oost zijde. In 1723 werd het klokkenspel met drie klokjes uitgebreid. In 1912 verhuisde het toenmalige carillon naar de huidige klokkenzolder. Tot 1945 heeft het oorspronkelijke carillon in de kerktoren gehangen. Bij het opblazen van de toren op 15 april 1945 werden twee van de vier luidklokken vernield. Van de 23 klokken van het carillon bleven er 16 min of meer gespaard. Echter slechts acht van de Hemony-klokken bleken bruikbaar voor een nieuw carillon.

Voor de omvang van het nieuwe carillon werd gekozen voor vier octaven.
De 39 benodigde klokken werden gegoten door de firma Eijsbouts uit Asten. Het totale carillon bestaat nu uit 47 klokken. De zwaarste vier klokken werden genoemd naar vier personen die zich na 1945 voor de vrede ingezet hadden: KONINGIN WILHELMINA (gewicht 1768 kg),met het opschrift: “Gods adem is langer dan de onze”. PAUS JOHANNES XXIII (gewicht 1285 kg),met “Dat door herstel van de juiste sociale orde alle volkeren eindelijk voorspoed, vrede en vreugde mogen genieten“. PRES. JOHN F. KENNEDY (gewicht 904 kg),met ” Tegenwoordig kan geen volk zijn toekomst alleen opbouwen”. ROBERT SCHUMAN, de Europaklok (gewicht 760 kg),met “Het nationale groeit naar het bovennationale”. In mei 2015 is een nieuwe lage es-klok toegevoegd, gegoten door de fa. Eijsbouts. Op 5 mei is deze klok, ook een vredesklok, ingeluid. Het heeft als randopschrift een citaat van NELSON MANDELA: “Its always seems impossible until it’s done”.
In de toren hangen behalve het carillon ook nog steeds twee grote luidklokken. De grootste daarvan is uit 1549. Die luidde altijd ’s middags om 12.00 uur. Door de val in 1945 werd de rand beschadigd. Sinds 1993 ligt die klok onder een glazen plaat van het Vredesmonument van Jan Wolkers op de Voormarkt. In de toren hangt nu een kopie, die ook om 12.00 uur luidt. De “papklok” die om 21.00 uur luidt is van 1639. Deze avondklok luidde vroeger wanneer de stadspoorten werden gesloten.
Op de trans staat een dakkapelletje. Daarin hangen drie klokjes uit het oude carillon. Zij geven de ‘klik’ aan, zeven minuten vóór het hele uur. Twee ervan zijn van Hemony uit 1654, de derde is van Jan Albert de Grave, uit 1723. Meer informatie is te vinden op de website: www.carillon-doesburg.nl.